Bij het skiën hoort veel skitechniek en tactiek. SnowTrex heeft met Max Holzmann, opleidingsleider van de Duitse vereniging van skileraren (DSLV), over dit veelzijdige onderwerp gesproken. In het laatste deel van onze serie geeft de door de overheid erkende skileraar waardevolle experttips over veilig off-piste skiën.
Gevaren juist inschatten
Als je off-piste wilt gaan, moet je je richten op de objectieve gevaren en niet “op instinct handelen”, zegt Holzmann: “Objectieve gevaren spelen een bijzonder belangrijke rol buiten de piste. Het grootst mogelijke objectieve gevaar hier is een lawine. Deze kan echter ook worden veroorzaakt door een skiër, dus dubbele voorzichtigheid is vereist in het terrein.” Dagelijkse lawineberichten helpen om het gevaar in te schatten. Ze zijn beschikbaar op de websites van skigebiedbeheerders en via lawine-apps, maar het lawineniveau wordt ook vaak weergegeven op informatieborden en met waarschuwingssignalen ter plaatse. Uiteindelijk moet elke helling afzonderlijk worden beoordeeld.
Please also note that by using our services and integrating the YouTube API Services, the YouTube Terms of Service and the YouTube API Services Terms apply and your use of our website is deemed to be acceptance of these terms.
Skizones herkennen
Het is heel belangrijk om onderscheid te maken tussen twee gebieden: beveiligde en onbeveiligde skigebieden. “Beveiligde skigebieden worden altijd beschreven, gemarkeerd en als veilig bestempeld door de exploitant van het skigebied. Vanwege de grote populariteit van off-piste skiën is er ook beveiligd terrein. Dit zijn ongeprepareerde pistes die off-piste skiën mogelijk maken – maar het zijn nog steeds beveiligde skigebieden. Er is daar slechts een laag lawinegevaar.” Het bergreddingsteam is altijd actief en onmiddellijk inzetbaar in beveiligd skigebied. In onbeveiligde skigebieden daarentegen is het moeilijker om mensen te bereiken en te redden op de plaats van een ongeval.
Lees ook altijd goed de pistekaart en let op de markeringen. “Skiroutes of varianten liggen niet noodzakelijkerwijs in het beveiligde skigebied. Zodra een skiroute echter op de pistekaart is gemarkeerd en als afdaling wordt aangeduid, kun je ervan uitgaan dat de bergreddingsdienst daar wordt gecontroleerd en actief is. Een gestippelde lijn komt overeen met een onbeveiligde skiroute, een ononderbroken lijn met een zwarte markering (eventueel met een nummer) kan worden verondersteld in het beveiligde skigebied te liggen en is alleen niet geprepareerd.”
Uitrusting voor noodgevallen is verplicht
Open skigebieden zijn onbeveiligd terrein; je skiet op eigen risico en op eigen verantwoordelijkheid. Hier geldt: neem altijd alle risicobeheerspunten in acht. “Voordat je vertrekt, moet je altijd eerst het lawinegevaar inschatten en de juiste uitrusting pakken. Zodra wij als skileraren de piste en het geprepareerde skigebied verlaten, hebben we altijd de nooduitrusting bij ons. Ja, het heet nooduitrusting. Om het bewustzijn te vergroten, maak ik de terminologie altijd duidelijk: het is geen veiligheidsuitrusting, het is een nooduitrusting. Veiligheid komt alleen van het inschatten van de situatie, niet van de uitrusting!” De basisuitrusting moet bestaan uit een lawinepieper, een sonde en een schep.
Skiroutes en variaties
Je moet de pistekaart altijd nauwkeurig lezen en letten op de markeringen. “Skiroutes of variaties liggen niet altijd in de beveiligde skizone. Zodra een skiroute echter op de pistekaart ingetekend en als afdaling gemarkeerd is, kan je ervan uitgaan dat de bergredding daar controleert en dus actief is. Een onderbroken lijn staat voor een onbeveiligde skiroute, bij een doorgetrokken lijn met zwarte markering (evt. met nummer) kan je ervan uitgaan dat deze in de beveiligde skizone ligt en enkel niet geprepareerd is.
Gedrag in de diepe sneeuw
De vrije skizone is een onbeschermd terrein off-piste, waarin je je op eigen risico en verantwoordelijkheid kunt bewegen. Hier geldt de regel: let altijd op alle punten van het risicomanagement. “Voordat je begint, moet je altijd het lawinegevaar inschatten en de juiste uitrusting meenemen. Zodra wij als skileraren de piste en de geprepareerde skizone verlaten, hebben we altijd een uitrusting voor noodgevallen bij ons. Ja, dat heet een uitrusting voor noodgevallen. Om bij mensen het juiste gevoel op te wekken, licht ik de begrippen altijd toe: het gaat niet om een veiligheidsuitrusting, maar om een uitrusting voor noodgevallen. Veiligheid komt alleen voort uit de inschatting van de situatie en is niet het resultaat van de uitrusting!” Verplicht in de basisuitrusting zijn een LVS-apparaat, een sonde en een schep.
Aansprakelijkheid
Wat betreft de veiligheid heeft Holzmann nog een juridische opmerking: “In de vrije, onbeveiligde skizone kan een onvoorzichtige skiër zich ook grof nalatig gedragen. Als je in een groep skiet, is degene met de meeste ervaring verantwoordelijk voor de anderen, hij is zogezegd hun garantie. Hij kan bevriende skiërs meenemen, skiën op ongeschikte hellingen, lawines veroorzaken en zich en anderen daardoor in gevaar brengen. Zodra een dergelijke grove nalatigheid kan worden aangetoond, is deze persoon volledige aansprakelijk”.
Techniek in diepe sneeuw
Als je eenmaal op de hoogte bent van de risico’s op de berg en het terrein en het lawinebericht grondig hebt gecontroleerd, kun je eindelijk op pad. Maar hoe ski je in diepe sneeuw? Hoe uniek off-piste skiën ook is, dezelfde technische regels zijn van toepassing als bij normaal piste skiën, namelijk de coördinatie van de drie belangrijke elementen: spoor – snelheid – beweging. Het is belangrijk om je evenwicht te bewaren, in het gekozen spoor te blijven en niet sneller te gaan dan met een controleerbare snelheid. Bovenal is het coördineren van je bewegingen met het verloop van de bocht het allerbelangrijkste bij het skiën in poedersneeuw.
Er zijn hele leerboeken geschreven over de kunst van het skiën in diepe sneeuw. Natuurlijk is er niet één gouden regel voor het skiën in de poedersneeuw. Maar er zijn een paar waardevolle tips over techniek die de moeite waard zijn om te onthouden. Skileraar Holzmann adviseert een gecentreerde positie op de ski in coördinatie met het spoorsysteem: “Neem niet een te grote hoek, maar ski liever met een vallijnoriëntatie. Bij een bepaalde snelheid krijgt de skiër vaart, wat helpt bij het draaien. Ook hier moet het skiën natuurlijk beheersbaar blijven. Wie de timing van de bocht onder de knie heeft, beleeft puur plezier in diepe sneeuw.”
Skiën in diepe sneeuw moet niet vermoeiend zijn, benadrukt Holzmann. “Het plezier in poedersneeuw zit hem in het maken van de juiste bewegingen op het juiste moment. De doorslaggevende factor is de hoog-laagbeweging of voor-achterwaartse beweging in de loop van de bocht. Strekken om druk te verminderen, buigen om te sturen, weer strekken om druk te verminderen. Dan is er de klassieke ski-bocht. Voortdurend afwisselen tussen spanning en ontspanning helpt de spieren om heel lang te werken. Met de juiste volgorde van bewegingen op het juiste moment kun je kilometers lang skiën in diepe sneeuw.”
Brede ski’s zijn de sleutel
De juiste uitrusting is bij het skiën door de diepe sneeuw ook erg effectief. “De hedendaagse ski’s voor het skiën in de diepe sneeuw met een middenbreedte van 100 mm en meer maken het skiën veel eenvoudiger. Als je dan ook nog actief beweegt, wordt het carven in de diepe sneeuw nog makkelijker”. Wat betreft het bedwingen van de diepe sneeuw weet Holzmann het zeker: “Het meeste effect gaat uit van het materiaal”.
Samenvatting
Voorafgaand aan het off-piste skiën moeten het terrein en het actuele lawinenieuws zeer nauwkeurig worden gecontroleerd. Elke off-piste skiër moet bovendien een uitrusting voor noodgevallen meenemen. In de diepe sneeuw zorgen brede ski’s voor meer opwaartse druk en de skikracht bij een verhoogde snelheid maakt het carven eenvoudiger. Met de juiste timing tijdens het carven en een dynamische hoog-laag-beweging is skiën door de poedersneeuw kilometerslang mogelijk.
Onze expert van de DSLV
Max Holzmann is een nationaal erkende skileraar en opleidingsdirecteur van de Duitse vereniging van skileraren (DSLV). Onder zijn verantwoordelijkheid valt de inhoud van de opleidingsjaren, de desbetreffende controleniveaus en de moeilijkheidsgraden op alle opleidingsniveaus van level 1 tot het nationaal erkende skileraarexamen, voor de vakken motoriek, methodiek en theorie.
Wil je meer informatie over skitechnieken?