Langlaufen is één van de oudste wintersporten. Ook vandaag de dag zijn er nog altijd veel liefhebbers. Langlauf- en biatlonwedstrijden zijn populaire wintersportspektakels voor toeschouwers die er live in het stadion bij zijn, maar ook voor hen die via de tv meekijken. En dat niet zonder reden: de Noordse sporters zorgen altijd voor spannende wedstrijden. In het langlaufen en biatlon zijn er veel verschillende disciplines, die vooral wat afstand betreft van elkaar verschillen. Er zijn afzonderlijke wedstrijden en groepswedstrijden, die als estafette of in het team worden gestreden. De mannen langlaufen hier altijd over iets langere routes dan de vrouwen. In principe wordt er in het langlaufen een verschil gemaakt tussen korte afstanden met een lengte van maximaal 1,5 km en lange afstanden met een lengte van meer dan 5 km. Zo ontstaan de volgende langlaufdisciplines:
Korte afstanden
Deze wedstrijden worden vooral afgelegd over een korte sprintafstand van maximaal 1,5 km lang. De atleten strijden hier alleen of in een team tegen de tijd. De teamsprint is de teamwedstrijd op de sprint. Per land zijn er twee langlaufers. Ze langlaufen afwisselend drie rondes. Sinds 2006 is de teamsprint een Olympische langlaufdiscipline.
Vrouwen
- 1,5 km sprint
- Teamsprint: twee langlaufers voor drie ronden
Mannen
- 1,5 km sprint
- Teamsprint: twee langlaufers voor drie ronden
Lange afstanden
Tegenover de snelle wedstrijden over korte afstanden staan de wedstrijden over lange afstanden. Ook bij deze langlaufdisciplines bestaan er afzonderlijke en teamwedstrijden. Er wordt een verschil gemaakt tussen de volgende afstanden.
Vrouwen
- 7,5 km klassiek + 7,5 km vrije stijl/skating (dubbel)
- 10 km klassiek (intervalstart)
- 15 km klassiek of vrije stijl/skating
- 30 km klassiek (massastart)
- 4 x 5 km estafette
Mannen
- 15 km klassiek + 15 km vrije stijl/skating (dubbel)
- 15 km klassiek (intervalstart)
- 30 km klassiek of vrije stijl/skating
- 50 km klassiek (massastart)
- 4 x 10 km estafette
Achtervolgingswedstrijden
Deze wedstrijden zijn voor het publiek het spannendst. De wedstrijden volgen op de sprint, de resultaten uit de eerdere wedstrijd bepalen hier de startvolgorde. De afstanden zijn 10 km bij de vrouwen en 12,5 km bij de mannen.
Massastart
De individuele afstanden van 30 km (vrouwen) en 50 km (mannen) beginnen als massastart. Het belangrijkste kenmerk hiervan is dat alle langlaufers op hetzelfde moment beginnen. Dat trekt altijd veel publiek aan.
Skiatlon of dubbele achtervolging
Tijdens de skiatlon kunnen de langlaufers bewijzen hoe veelzijdig ze zijn. Want hiervoor is zowel het klassieke langlaufen als de skating-techniek vereist. Omdat de langlaufers individueel tegen elkaar strijden en halverwege van techniek veranderen, wordt deze langlaufdiscipline ook wel ‘dubbele achtervolging’ genoemd. De individuele wedstrijden zijn verdeeld in twee routes. Mannen langlaufen eerst 15 km klassiek, veranderen daarna van latten en leggen dan nog eens 15 km in de skating-/vrije stijl af. Bij vrouwen is de afstand 2 x 7,5 km. Ook deze wedstrijden beginnen met een massastart. Winnaar is de langlaufer die als eerste over de streep komt.
Langlaufen tijdens de Olympische spelen
Langlaufen is sinds 1924 een vast onderdeel van de Olympische Winterspelen – in eerste instantie echter alleen voor mannen. Vrouwen nemen sinds 1952 deel aan het Olympische langlaufen.
Biatlon
De disciplines en afstanden van de biatlon lijken sterk op die van het langlaufen, alleen wordt hier naast het langlaufen ook het schieten gevraagd. Bij de afzonderlijke wedstrijden zijn er sprints, achtervolging en massastarts. Daar komen de estafettes bij, waar naast de heren- en dames-estafettes ook gemixte estafettes worden afgelegd. Tot op de single-mixed-estafette na vinden alle biatlondisciplines bij wereldkampioenschappen en Olympische Spelen plaats.
Achtervolgingen
De spannendste wedstrijden in de biatlon zijn de achtervolgingswedstrijden, waarbij de atleten niet tegen de klok maar tegen elkaar strijden. Er worden vijf ronden afgelegd (vrouwen 10 km, mannen 12,5 km), waarbij de biatleten vier keer moeten schieten: twee keer liggend en twee keer staand. De straf voor een fout is een strafronde. Degene die als eerste over de finish komt, wint.
Estafettes
Er zijn aparte en gemengde estafettewedstrijden voor vrouwen en mannen. In de normale estafette zijn er vier atleten per team. De vrouwen lopen 6 km, de mannen 7,5 km. Elke deelnemer schiet één keer liggend en één keer staand. In de overgangszone geeft de ene langlaufer het aan de andere over via elke vorm van lichaamscontact. In de estafette heeft elke langlaufer drie herladingspatronen als hij een doel mist tijdens het schieten. Een strafronde hoeft alleen te worden uitgevoerd als een doelwit niet wordt geraakt na het gebruik van de herladen patronen.
In de gemengde estafette starten twee vrouwen en twee mannen per team en leggen per team twee keer 6 km en twee keer 7,5 km af. Elk teamlid moet ook hierbij één keer liggend en staand schieten.
Biatlon-WK en Olympische Spelen
Op het onderdeel biatlon worden wereldkampioenschappen en wereldcup-series gehouden. Sinds 1960 behoort de biatlon (in dat jaar met de 20 km afstand) officieel tot het Olympisch programma. De eerste Biathlon World Cup werd georganiseerd in 1978 en sinds 1958 worden er officiële wereldkampioenschappen gehouden.
Reistips voor langlaufers en biatleten
In veel skigebieden bieden langlaufcentra beginnerslessen en goed onderhouden langlaufnetwerken voor gevorderden aan. SnowTrex heeft de topbestemmingen voor langlaufers samengesteld.