Elk jaar in de herfst begint voor de elite van de skisport weer de wereldcup. De pistes waar de experts van afrazen, zijn voor ambitieuze hobbywintersporters een hele uitdaging. SnowTrex heeft de beruchte wereldcuppistes voor je op een rijtje gezet. Wie durft het aan één van de pistes te bedwingen?
Een overzicht van de beroemde wereldcuppistes
Piste | Plaats | Land |
---|---|---|
Lauberhorn | Wengen | Zwitserland |
Saslong | Gröden | Italië |
Streif | Kitzbühel | Oostenrijk |
Planai | Schladming | Oostenrijk |
Kandahar | Garmisch-Partenkirchen | Duitsland |
Chuenisbärgli | Adelboden | Zwitserland |
Olympia-Abfahrt | Cortina d’Ampezzo | Italië |
Pista Stelvio | Bormio | Italië |
Gran Risa | Alta Badia | Italië |
Oreiller-Killy | Val d’Isère | Frankrijk |
Lauberhorn – Wengen/Zwitserland
De Lauberhorn afdaling in de WK-stad Wengen is de langste afdaling in de wereldcup met een lengte van iets minder dan 4,5 km. Bovendien worden hier de hoogste gemiddelde snelheden tijdens de wedstrijd bereikt. De maximale helling van 42 procent is niet zo hoog als op andere routes. Kenmerkend voor de wereldcuppiste tegen de spectaculaire achtergrond van de noordzijde van de Eiger is het legendarische punt bij de Hundskopf, waar je 15 m diep tussen twee rotsen door skiet. Verdere beruchte passages zijn de Minschkante, de Canadian Corner en de Finish-S, die aan het einde van het parcours alles van de skiërs vraagt.
Saslong – Gröden/Italië
De wereldcuppiste onder de Langkofel is berucht om zijn ‘kamelenbulten’, een van de beroemdste secties in de hele wereldcup. Ongeveer in het midden van de wereldcuppiste ligt de combinatie van drie heuvels, oorspronkelijk ‘sprong van de kangoeroe’ genoemd. Vooral de tweede en de derde heuvel zijn zeer lastig. Na de kamelenbulten zijn ook de diepe voren van de Ciaslat-weide een aanslag op de bovenbenen van de skiërs. In de beginjaren hadden vooral de underdogs met hoge startnummer een voordeel op de Saslong: in de namiddag komt de zon achter de Langkofel tevoorschijn, waardoor je de route sneller kunt afleggen. Doordat de starttijden zijn verschoven, is dit probleem opgelost.
Streif – Kitzbühel/Oostenrijk
Dit is vermoedelijk één van de bekendste routes – niet alleen vanwege de vele bekende namen, die hier elk jaar skiën, als in Kitzbühel het Hahnenkammrennen plaatsvindt. En het is zonder twijfel één van de meest gevreesde. Een verval van tot 85%, tot 80 m verre sprongen, topsnelheden tot 140 km per uur – het Hahnenkammrennen staat bekend als één van de moeilijkste wedstrijden ter wereld. De 3.312 m lange Streif biedt alle elementen van een klassieke afdaling: scherpe randen, steile hellingen, zeer schuine gedeeltes, snelle en glijgedeeltes, bochten, spectaculaire golven, korte passages bergop. Als kritische gedeeltes staan de Mausefalle met een verval van 85%, de steile helling en de Hausbergkante bekend. Normale skiërs kunnen hier omheen skiën, ze zijn tijdens een normale skidag aangeduid met ‘Skiroute extrem’. De rode Streif-familieafdaling loopt eromheen. Voor iedereen een kans om een luchtje wereldcup te scheppen.
Planai – Schladming/Oostenrijk
De huisberg van Schladming, de Planai, is al sinds jaar en dag bekend als gastlocatie van de wereldbeker. Elk jaar vindt daar de Nightrace plaats, die de meeste toeschouwers van de hele wereldcup aantrekt. Tot 60.000 mensen veranderen de finish in een bont spektakel. Nadat hier in 1990 de laatste wedstrijd plaats had gevonden, kwam Schladming in 1997 weer terug op de wedstrijdkalender. Sinds 2001 vindt de nachtwedstrijd altijd op de dinsdag na het Hahnenkammrennen plaats. De gedeeltes als ‘Holzacker’ of ‘Italienerloch’ doen hun naam op deze piste alle eer aan.
Kandahar – Garmisch-Partenkirchen/Duitsland
De legendarische Kandahar maakt sinds 2009 deel uit van de wereldcuproutes en bezit het steilste gedeelte van alle afdalingen: met een verval van maar liefst 92% moeten de experts vlak voor de finish nog flink aan de bak. Geen wonder dat dit gedeelte van de piste de naam ‘vrije val’ draagt. En ook de andere gedeeltes mogen er zijn: bij de Tröglhelling is het verval 63%, zodat snelheden tot 140 km per uur kort na de start mogelijk zijn. Verder kom je nog over de Olympische bocht, de panoramasprong – sprongen tot 60 m zijn hier aan de orde van de dag – en de ijshelling. Niets voor zwakke benen!
Chuenisbärgli – Adelboden/Zwitserland
De reuzenslalom op de Chuensbärgli boven Adelboden staat bekend als één van de moeilijkste ter wereld – en als klassieker. Naast Adelboden zijn alleen Kitzbühel en Wengen al sinds het begin van de wereldcup in 1967 elk jaar op de evenementenkalender te zien. Ongeveer 40.000 bezoekers bestormen elke keer het dorpje met 3.500 inwoners. De start- en finishhelling zijn bijzonder steil, de wereldcuppiste loopt steil naar beneden. Op de huisberg van Adelboden zijn meerdere verschillende routevarianten beschikbaar: voor wereldcupwedstrijden, maar ook voor Europacup- en andere FIS-evenementen.
Olymipsche afdaling – Cortina d’Ampezzo/Italië
Ondanks de hoge snelheden die je op de Olympische afdaling in Cortina d’Ampezzo kunt bereiken, mag je het uitzicht zeker niet missen. De route ligt in de Dolomieten, die op de lijst van UNESCO werelderfgoed staan en biedt dankzij de zonnige ligging adembenemende uitzichten. Daarmee is het één van de mooiste en populairste routes van de wereldcup. De experts starten op ongeveer 2.300 m hoogte direct boven de Tofane. Rustig beginnen is er niet bij, want direct na de start bereik je op de Tonale snelheden van tot 130 km per uur.
Pista Stelvio – Bormio/Italie
Steil, snel, veel bochten – dat is de Pista Stelvio in het Italiaanse Bormio. Kort voor Oud en Nieuw vindt hier voor heren de wereldcupwedstrijd plaats. ‘La Stelvio’, zoals de Italianen de piste noemen, wordt geliefd en gehaat, want ze vergeeft je geen enkele fout. Alleen al de start is adembenemend: met een verval van 63% is dit de steilste start van de wedstrijden. Twee snelle bochten brengen je direct aan het begin naar de Rocca-schans. Het beslissende gedeelte van de route is de Traverse Carcentina, het snelste de San-Pietro-sectie, die wordt ingeleid door de San-Pietro-schans.
Gran Risa – Alta Badia/Italie
Hoewel de Italiaanse naam van deze piste uit lijkt te nodigen tot lachen, hebben skiërs op de Gran Risa in Alta Badia het zwaar genoeg. De piste loopt geheel over scherpe bochten door een dennenbos. Door de ligging in de schaduw is de route vaak één grote ijsvlakte. Sinds 1990 wordt in Alta Badia elk jaar de wereldcup georganiseerd.
Oreiller-Killy – Val d’Isère/Frankrijk
Deze piste werd vernoemd naar de Franse skilegendes Henri Oreiller en Jean-Claude Killy. De piste is zeker niet de uitdagendste, maar net zoals de Saslong, de Lauberhorn-afdaling, de Streif en de Kandahar een echte klassieker. De piste werd aangelegd voor de Olympische Spelen van 1992. Vandaag de dag vinden hier nog de wedstrijden voor dames plaats. De heren skiën op de Face de Bellevarde. Sinds 1968/69 hoort het ‘criterium van de eerste sneeuw’ – zo heet de jaarlijkse wedstrijd in Val d’Isère – bij de wereldcup.
Respect gekregen? Maak je maar niet druk. Vaak is de piste vooral vanwege de gekozen route en preparatie zo moeilijk. In een normale toestand kan je er ook als hobbyskiër gebruik van maken. Dan kan je van je eigen wereldcup genieten en de routes helemaal zoals je zelf wilt gebruiken. Je hoeft je dus niet aan de disciplines van de wereldbeker te houden.