Veel wintersporters hebben zich wellicht afgevraagd hoe sommige skigebieden al in oktober de skipisten kunnen openen. Het skigebied van Kitzbühel ligt bijvoorbeeld niet op een gletsjer en het is ook niet gebruikelijk dat er al in september massa’s sneeuw uit de hemel vallen. Toch opent het zijn deuren al in de herfst. – Dit is mogelijk dankzij snowfarming, wat letterlijk “het kweken van sneeuw” betekent. SnowTrex laat zien wat dit allemaal inhoudt en hoe snowfarming werkt.
Sneeuw maken
Vooral ambitieuze wintersporters zoals skiërs, snowboarders of langlaufers kunnen vaak nauwelijks wachten tot het winterseizoen in de zomer weer begint en het startschot voor het skiën wordt gegeven. Indien zij uitsluitend afhankelijk zouden zijn van de eerste “echte” sneeuw, zouden wintersporters vaak geduld moeten hebben, vooral in gebieden waar geen gletsjers zijn. En het zou ook geen goede start van het seizoen zijn voor de industrie van het skitoerisme in jaren waarin de sneeuw erg laat valt. Wat in Scandinavië al zo’n 20 jaar wordt toegepast, heeft de laatste jaren ook zijn weg gevonden naar veel skigebieden in de Alpen: Snowfarming, dat wil zeggen het verbouwen van sneeuw.
Hoe werkt snowfarming
Om ervoor te zorgen dat de wintersporters vroeg in het seizoen de piste op kunnen, is de laatste dag van het seizoen een heel bijzondere dag voor de exploitanten van de skigebieden. Terwijl de atleten het einde van het seizoen al vieren tijdens de après-ski, rijden de pistenbullies de beschikbare sneeuw bij elkaar en pakken die letterlijk in tot een hoop. Deze stapel wordt tot een trapezium gevormd en zo door de pistenbullies verdicht. Als de sneeuw zo zou blijven liggen, verdwijnt deze letterlijk als sneeuw voor de zon. Om de sneeuwopslag te optimaliseren, wordt de sneeuw geïsoleerd – afhankelijk van de ligging in berg of dal, bijvoorbeeld met houtspaanders of zaagsel (dal) of vlies (berg). Beide voorkomen dat de sneeuw smelt. De houtsnippers hebben het prettige bijkomende voordeel dat zij in de winter kunnen worden verbrand en zo de energievoorziening van de regio helpen veiligstellen.
Over de isolatie wordt vervolgens een dekzeil gelegd om deze tegen het binnendringen van water te beschermen. Op die manier kan ongeveer 80 % van de geaccumuleerde sneeuw in de zomer worden opgeslagen en in het daaropvolgende seizoen weer over de pistes worden verdeeld. Het afdekken van de sneeuwopslag neemt gewoonlijk twee tot drie dagen in beslag, en het verdelen ervan over de pistes – afhankelijk van de omvang – ongeveer vier tot vijf dagen. De distributie wordt uitgevoerd door GPS-gestuurde piste-machines. Dit is nodig om de zode (oftewel de ondergrond van de piste) niet te beschadigen en dus ecologisch verantwoord te handelen en de sneeuw schoon te houden. Om dit in perspectief te plaatsen: voor een piste van ongeveer 700 m lengte en 60 m breedte is ongeveer 25.000 m³ sneeuw nodig.
Het verschil met besneeuwing
Kunstmatige besneeuwing is gebruikelijk in alle skigebieden. In tegenstelling tot de snowfarming is deze echter afhankelijk van betrekkelijk lage temperaturen gedurende een aantal dagen dagen en verbruikt zij een betrekkelijk grote hoeveelheid energie en water. Anders is besneeuwing niet mogelijk. Natuurlijk is het ook gunstig voor de snowfarming als het in oktober al behoorlijk koud is op de berg, zodat de sneeuw niet meteen wegsmelt. Lage temperaturen zijn echter niet noodzakelijk voor de snowfarming. Het is daarnaast heerlijk om te skiën op “de sneeuw van gisteren”. s Morgens is het vrij hard, maar heeft het goede grip en in de namiddag merk je nauwelijks het verschil met de normale sneeuw van het seizoen. Kunstsneeuw daarentegen is ’s morgens meestal veel harder en glibberiger wanneer het aan zonlicht wordt blootgesteld.
Met snowfarming maken skigebieden niet alleen skitoeristen blij, maar ook skiprofs. Dankzij de pistes die al vroeg kunnen worden geskied, kunnen zij ook in de Alpenlanden trainen en hun techniek aanscherpen voor wedstrijden in het komende seizoen. Dankzij de snowfarming is dit bijvoorbeeld mogelijk in Ramsau am Dachstein, Seefeld, Davos-Klosters of Livigno. En niet alleen liefhebbers van alpineskiën komen hier aan hun trekken, maar ook liefhebbers van langlaufen. In veel gebieden worden de langlaufloipes ook al vroeg in het seizoen geprepareerd met “de sneeuw van gisteren”.
FAQs over Snowfarming
Wat is Snowfarming?
Letterlijk vertaald betekent “snowfarming” “het kweken van sneeuw”. Daartoe wordt de sneeuw aan het eind van het seizoen opgestapeld, samengeperst, met speciaal materiaal bedekt en geïsoleerd en zo opgeslagen tot het volgende seizoen.
Wat is het verschil tussen snowfarming en kunstmatige besneeuwing?
Bij kunstmatige besneeuwing wordt sneeuw technisch geproduceerd uit water, het is dus kunstsneeuw. Bij snow farming wordt “de sneeuw van gisteren”, d.w.z. natuursneeuw, opgeslagen en in het volgende seizoen opnieuw gebruikt.
Hoeveel sneeuw overleeft de zomer met snowfarming?
Ongeveer 80% van de “gecultiveerde” sneeuw overleeft de zomer.
Wat gebeurt er met de gekweekte sneeuw aan het begin van het seizoen?
Het wordt weer over de pistes verdeeld met behulp van de pistenbullies.
Waar vindt snowfarming plaats?
Snowfarming vindt bijvoorbeeld in Kitzbühel, Ramsau am Dachstein, Seefeld, Davos-Klosters en in Livigno plaats.